Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ4223

Datum uitspraak2009-07-13
Datum gepubliceerd2009-07-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-001359-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft samen met een ander een fiets gestolen. Ondanks zijn strafrechtelijk verleden wordt verdachte, gelet op de positieve ontwikkelingen in zijn leven, veroordeeld tot een werkstraf van 28 uren, subsidiair 14 dagen vervangende hechtenis.


Uitspraak

Parketnummer: 24-001359-08 Parketnummer eerste aanleg: 18-653032-07 Arrest van 13 juli 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 14 april 2008 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1962] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte, mr. C. Eenhoorn, advocaat te Groningen. Het vonnis waarvan beroep De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen. Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 28 uren, subsidiair 14 dagen vervangende hechtenis. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Verdachte is ten laste gelegd dat: hij op of omstreeks 16 maart 2007, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s). Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat: hij op 16 maart 2007, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoon van verdachte. Het hof heeft in het bijzonder gelet op het navolgende. Verdachte heeft op 16 maart 2007 in [plaats] samen met een ander een fiets gestolen. Fietsendiefstal is een ergerlijk feit, dat in het algemeen - naast schade - veel hinder veroorzaakt voor slachtoffers. De raadsman van verdachte heeft ter zitting van het hof gepleit voor oplegging van een werkstraf. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat verdachtes persoonlijke omstandigheden, vergeleken met de periode waarin het feit is gepleegd, in positieve zin zijn veranderd. Hij heeft inmiddels een vriendin en beschikt voor het eerst sinds jaren over woonruimte. Omdat verdachte nu een vast adres heeft, kan hij ook een werkstraf uitvoeren. Hij is daartoe ook in staat. Het drugsgebruik is hanteerbaar geworden. Daarnaast is er een schuldenregeling getroffen. Gelet op de hierboven beschreven positieve ontwikkelingen in het leven van verdachte ziet het hof, ondanks het strafrechtelijk verleden van verdachte, zoals blijkt uit het verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 13 maart 2009, aanleiding om een werkstraf van na te melden duur op te leggen. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 22c (oud), 22d, 63 (oud), 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van achtentwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertien dagen zal worden toegepast. Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Koolschijn, voorzitter, mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. S.J. van der Woude, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier, zijnde mr. Van der Woude voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.